Heb je ook weleens die droom waarin je wakker wordt op een totaal andere plek dan waar je had moeten zijn en je je in paniek afvraagt hoe je nog op tijd op de juiste plek kunt komen? Nou, dat gevoel bekroop ons ook toen we in Tahiti (Frans Polynesië) aankwamen.
Na een reis van 31 uur werden we wakker in … Frankrijk. Want dat is precies onze eerste indruk van Frans Polynesië: Frankrijk in het klein. We eten croissants en baguettes met brie bij het ontbijt, doen boodschappen bij Casino en Carrefour, en interacteren op Tahiti en Raiatea bijna alleen maar met Fransen lijkt het. Want de meeste business hier wordt gerund door Fransen die met een Polynesische getrouwd zijn en de andere toeristen zijn vooral Franse vakantiegangers.
Maar wat is het hier mooi! De eilanden zijn eigenlijk vulkanen die ingezakt zijn terwijl het omringende koraalrif naar boven bleef groeien. Hierdoor is elk eiland omringd door haar eigen koraalrif en ligt er midden in de lagune een puntige berg die ooit een vulkaan was. Op het rif ontstaan soms weer eilanden door aangespoeld zand, ook wel motu’s genoemd. Je kan hier dus enerzijds fantastisch snorkelen en duiken en anderszijds prachtige wandelingen maken naar spectaculaire watervallen. En omdat het uitgaansleven hier te vergelijken is met de Franse après-ski, doen we ons dus tegoed aan uitstapjes in de natuur, en bezoeken we naast Tahiti de eilanden Raiatea, Maupiti en Rangiroa.
Tijdens onze eerste snorkeltrip op Raiatea worden we aangenaam verrast door een flinke groep rifhaaien die ons nieuwsgierig bekijkt in ondiep water. En even later proberen we ons in al even ondiep water een weg te banen door een doolhof van koraal waar talloze vissen ons omringen en schoon proberen te maken. Het water is zo helder, dat je zelfs vanaf de boot de vissen kunt zien! In Maupiti bezoeken we Manta Point, waar we geheel volgens verwachting mantaroggen onder ons door zien zwemmen, Coral Garden, waar de vissen nieuwsgierig naar ons toe komen zwemmen en hebben we tijdens de lunchpauze een close (30cm) encounter met twee pijlstaartroggen. En op Rangiroa kijken we naar dolfijnen die zich vermaken in de Tiputi Pass, waar de stroming die vanuit het atol naar buiten gaat de inkomende golven ontmoet.
Ook bezoeken we samen met twee hondjes van ons pension in Raiatea een mooie waterval van drie etappes, waar we de laatste twee etappes letterlijk op handen en voeten en met behulp van touwen over gladde rotsen en modderige paadjes moeten klimmen en klauteren. Dit blijkt een terugkerend thema, want in Maupiti moeten we wederom met touwen en over rotsen klimmen om een uitzichtspunt te bereiken vanwaar we een groot deel van het atol kunnen overzien. Omdat Rangiroa uit alleen nog het atol bestaat hebben we hier geen touwen nodig, maar fietsen we door de regen over het stukje asfalt dat de twee uiteinden van de motu met elkaar verbindt.
Al met al zijn we best wel vriendjes geworden met Frans Polynesië. Ondanks alle Franse toeristen voorzien van bloemen- en schelpjeskettingen en wellicht mede dankzij het totale gebrek aan Nederlanders. Weer een stukje van het paradijs gevonden dus. En dat in Frankrijk! Het moet niet gekker worden.