Zo’n drie jaar geleden ben ik begonnen met voetbal. Echt waar. Zonder enige voetbalervaring heb ik me aangesloten bij PVC Dames I. Een team dat eveneens niet gehinderd wordt door een lang voetbal verleden. Een nasleep van een familietoernooi en een iets te enthousiast “laten we gaan voetballen” in combinatie met een overijverige voetbalmoeder die graag de daad bij het woord voegt. Ken je die film “Cool Runnings” over dat Jamaicaanse bobslee team dat nog nooit sneeuw gezien heeft? Nou, dat zijn wij. Maar dan op het veld.
Als het niet zo leuk was, had het vast iets droevigs. Tweeëntwintig dames waarvan de meesten tussen de 45 en 50 zijn die twee keer per week door het stof gaan om die verrekte bal nu eindelijk eens onder controle te krijgen. Waarom hebben ze dat ding ook rond gemaakt??!
Gelukkig hebben we sinds de start van ons team al wel wat vooruitgang geboekt. Maar ja, als je bij nul begint is dat ook niet zo lastig. We kunnen inmiddels een bal passen en aannemen en tijdens de wedstrijden lukt het zelfs om min of meer op onze positie te blijven. Maar we trainen dan ook niet voor niets twee keer per week!
Sinds vorig jaar doen we zelfs mee in de KNVB competitie. Kun je het je voorstellen? Onze tegenstanders komen perfect overeen met hoe je je voetballende vrouwen voorstelt: kort haar, stevige bovenbenen en potig. Ik kan het niet anders zeggen. En dan komen wij: de meisjes uit de stad met onze paardenstaartjes en glimmende schoenen. Gelukkig blinken we uit in de derde helft. Stiekem verdenk ik de helft van mijn teamgenoten er zelfs van dat ze daarom zijn gaan voetballen. Gewoon elke twee weken op vrijdag wedstrijd en daarna gezellig een paar biertjes drinken. En op woensdag na de training. En op zondagmiddag als we nog geplaagd worden door spierpijn van de training van woensdag. Elk nadeel heeft tenslotte zijn voordeel!