Het allermooiste van vrouwenvoetbal is wat mij betreft de emoties die het oproept bij mannelijke clubgenoten. Sinds de start van ons team worden we met gemengde gevoelens in de gaten gehouden zo lijkt het. Schaamte, frustratie en nieuwsgierigheid liggen verrassend dicht bij elkaar. En medelijden blijkbaar ook.
Schaamte is er vooral bij de jongere spelers. “Oh jee, mijn moeder zit op voetbal en ze kan er niks van!” Mijn stiefzoon heeft me nog nooit zo vaak uitgelachen als toen ik begon met voetballen. “Dit moesten wij bij de F-jes ook doen!” en “Vares, jij kunt er echt helemaal niks van he”. Een gemengde training met de jongens onder 17 leidde ook tot wat ongemakkelijke blikken toen de leiders een groepje maakten waarbij één van de jongens bij zijn moeder werd ingedeeld. Sommige zaken moet je gewoon strikt gescheiden houden.
Frustratie daarentegen was (is) er zeker bij een aantal andere clubgenoten. Omdat we nog een behoorlijk steile leercurve af te leggen hebben, willen we graag twee keer in de week trainen. En dat betekent dus dat er een veld voor ons moet worden vrijgemaakt en dat andere teams moeten opschuiven. Hetzelfde geldt voor onze thuiswedstrijden en daar zijn andere teams niet altijd gelukkig mee!
Maar het meest interessante gebeurde gisteravond tijdens de laatste wedstrijd van een van de KNVB toernooitjes. Toen we met 6-0 achter stonden besloot de scheidsrechter (!) dat we hulp nodig hadden. Als ongewenst extra lid van ons team ging hij zich actief inzetten om ons te “helpen”. Nadat we van de verbazing bekomen waren (“waarom probeert de scheids de bal van onze tegenstander af te pakken?”) hebben we toch enigszins verontwaardigd het veld verlaten. Schaamte en frustratie zijn tot daar aan toe, maar medelijden?! No thanks!
Gelukkig heeft over het algemeen denk ik de nieuwsgierigheid toch de overhand. En de fascinatie.. 😉