De vluchtkoffer

Vanaf de 36e week zwangerschap wordt vrouwen geadviseerd om de zogenaamde ‘vluchtkoffer’ klaar te hebben staan. Hierin stop je volgens verschillende lijstjes op internet de dingen die onmisbaar lijken voor een bevalling in het ziekenhuis, zoals de kleding waar je in wilt bevallen, een föhn, je telefoon en oplader en natuurlijk de kleertjes voor de baby. Nu bereid ik me natuurlijk al een tijdje mentaal voor op de bevalling en lees ik dat de meeste mensen naakt bevallen (speciale kleding lijkt me dan ook overbodig). Een ‘bad hairday’ kun je natuurlijk altijd wel eens hebben en kan me maar moeilijk voorstellen dat je tussen de weeën door het verlangen krijgt om je haar te wassen en in model te föhnen. Maar je weet het niet! Volgens een Brits onderzoek ondergaat 64% van de vrouwen een schoonheidsbehandeling ter voorbereiding op de bevalling en laat 37% zich spraytannen! Ik bedoel maar. Je kan er moeilijk goed gebruind met een slecht kapsel bij zitten… Kleertjes voor de baby is daarentegen natuurlijk wel een goed idee want voor zover ik kan beoordelen betreedt hij straks in adamskostuum onze wereld en met de huidige weersomstandigheden zijn een paar laagjes textiel geen overbodige luxe.

Maar afgezien van de adviezen ten aanzien van de inhoud heb ik vooral vraagtekens bij de term “vluchtkoffer”. Deze impliceert namelijk twee dingen: 1. Het gaat om een bagagestuk ter grootte van een koffer; en 2. Welke gebruikt wordt om te ‘vluchten’. Nu vraag ik jullie, lieve lezers, vluchten waarvoor??

Vluchten, aldus het Van Dale, betekent zoveel als ‘zich verwijderen uit angst voor iets’. Probeer je dit dan eens voor te stellen in de context van een bevalling. Je water is gebroken, de weeën komen regelmatig en volgen elkaar steeds sneller op en jij besluit op de vlucht te slaan. Met de daartoe speciaal ingepakte koffer.

Maar… deze vlucht vindt normaal gezien plaats vóór de daadwerkelijke bevalling. Als de bevalling dus datgene is uit angst waarvoor je op de vlucht slaat: voorlopig zit de baby nog binnen en neem je het ‘gevaar’ dus mee. De term ‘vluchtkoffer’ is in dit geval niet erg logisch.

Een alternatieve uitleg (aangedragen door mijn stiefzoon) is dat je op de vlucht slaat voor een thuisbevalling. In een land dat bekend staat om haar thuisbevallingen (volgens veel aanstaande moeders nog steeds het hoogst haalbare), lijkt ook deze uitleg me niet erg voor de hand te liggen. Bovendien zou het in dit geval ook accurater zijn om te spreken van een “plan-b-koffer”.

Het kan natuurlijk ook zo zijn dat je de koffer pas ná de bevalling inzet. Bijvoorbeeld om zich te verwijderen uit angst voor de baby. Gezien de grootte van het bagagestuk lijkt dit me de meest toepasbare uitleg. Dit zou ook verklaren waarom ook de partner wordt aangeraden een “vluchttas” in te pakken. Enig mysterie blijft dan nog waarom je dan ook kleertjes voor de baby zou inpakken..

Gelukkig spreken steeds meer websites en andere media over de “ziekenhuistas” in plaats van de “vluchtkoffer”. Met de term “ziekenhuistas” kan er ook geen misverstand meer bestaan over het doel van de tas (duidelijk voor ziekenhuisbezoek), danwel de grootte van het bagagestuk.

De mijne staat al een tijdje klaar. Die van de baby ook (een beetje baby reist natuurlijk in stijl met eigen koffer). Het enige wachten is nu nog op het “vluchtmoment”…

Blijf-van-mijn-lijf bord

Als je zichtbaar zwanger bent, lijkt het alsof jouw zwangerschap ineens gemeengoed geworden is. Best een vreemde gewaarwording moet ik eerlijk zeggen. Wildvreemden bijvoorbeeld (denk winkelbedienden en serveersters) schromen niet om je bij het afrekenen zomaar aan te spreken en allerlei meer en minder persoonlijke vragen te stellen.

Zo begint het gesprek meestal met een openingsvraag in de trant van “hoe lang moet/mag je nog?”. Blijkbaar zie ik er óf heel dik óf heel wanhopig uit, want in die vraag ligt een aanname besloten dat het wel bijna gedaan moet zijn voor mij. Bovendien is het een vreemde vraag. Niemand weet immers exact hoe lang het duurt en de uitgerekende ‘periode’ beslaat ongeveer 5 weken. Toch verwachten mensen op hun vraag een redelijk exact antwoord want als ik zeg “nog 3-5 weken” dan kijken ze me meewarig aan. Ter info: ongeveer 5% van de vrouwen bevalt daadwerkelijk op de uitgerekende datum; de meeste bevallingen vinden plaats tussen 40 en 41 weken.

Maar men laat zich natuurlijk niet zomaar uit het veld slaan! Doe ik nog wat vaag over de exacte bevaldatum, wordt meteen DE vervolgvraag al geponeerd: weet je al of het een jongen of een meisje wordt? Serieus. Zelfs mensen die ik niet ken en die ik ook nooit meer zal zien, hebben mij deze vraag gesteld. Ik vind het geslacht van mijn baby eigenlijk best wel persoonlijk, maar daar ben ik blijkbaar de enige in. Bovendien: why do they care?? Zij hoeven geen kinderkamer of garderobe aan te schaffen!

Maar het allerergste zijn niet de persoonlijke vragen. Het meest bizarre wat me tot nu toe is overkomen, is dat zelfs mensen die je amper kent met uitgestrekte armen naar je toe komen. Niet om jou te omhelzen (gelukkig niet!), maar om aan je buik te zitten. Alsof mijn buik ineens niet meer een onderdeel van mij is, maar iets van iedereen. Nu vraag ik je: is het ooit in je opgekomen om een vage kennis of collega bij zijn/haar buik vast te pakken? Nee, natuurlijk niet! Er is immers zoiets als ‘personal space’. Dus waarom is het dan wel ok als er een baby in die buik zit? Is het dan niet nog meer een ‘personal space’ (het gaat nu immers om de persoonlijke ruimte van twee personen)?! Aan iedereen die deze neiging heeft: probeer het te onderdrukken! Of grijp desnoods ook eens een niet-zwangere collega bij de buik!

De zwangerschapskalender heeft gelukkig een oplossing: een bordje om je nek met de antwoorden op de twee hoofdvragen en het verzoek om de hoofdrolspeelster niet aan te raken. Een sandwichbord lijkt me echter nog doeltreffender. Dan kunnen ze er ook gewoon niet meer bij!

Nesteldrang

Nesteldrang: een opruim-, schoonmaak- en koopwoede die veel vrouwen ervaren tijdens hun zwangerschap. Nu mag best gezegd worden dat ik al jarenlang aan één van de drie vormen van nesteldrang leidt. De postbezorger van Postnl kent me inmiddels en begroet me sinds kort ook buiten onze straat. Ook heb ik een bijna hechte band met de medewerkers van Vivant (de lokale sigarenboer tevens Postnl-punt). Wanneer ik daar binnenkom wordt ik meestal enthousiast begroet met de medeling dat er wel of geen pakje voor me is. Zelfs als ik alleen maar postzegels kom kopen.

Opruim- en schoonmaakwoede zijn me tot nu toe gelukkig (helaas?) bespaard gebleven. Ok, ik voel wel de druk om tijdens mijn verlof nu eindelijk de boekenkast eens leeg te ruimen (want waar heb je vandaag de dag eigenlijk zoveel boeken voor nodig?), maar dat is ook omdat ik graag een zinvolle dagbesteding heb.

Wel nieuw is een soort bizarre belangstelling voor koken en bakken. Zou het komen door mijn nieuwe keuken? Of bestaat er nog een vierde variant van nesteldrang: kookwoede? Terwijl ik dit typ staat er namelijk een pan met (hou je vast) druivenjam met port te pruttelen op het vuur. Waarom? Omdat het kan. Omdat ik heel veel druiven in mijn tuin heb en eigenlijk niet zo goed weet wat ik ermee moet doen. Om gewoon te eten zijn ze nogal zuur en wijn maken leek me vrij zinloos aangezien ik die voorlopig toch niet mag drinken. Dus is het druivenjam geworden. Vier potten maar liefst. Met port. Dat dan weer wel. Er hangen ook nog 6 appels aan een boom, in afwachting van hun nieuwe rol in een appeltaartje of appelmoes. 🙂

Nu is het dus alleen nog wachten op de schoonmaakwoede. Ben benieuwd of die zich nog gaat aandienen in de komende weken. Ik zag net al wel wat stof op een van de plinten liggen…

De Muggenjacht

Elke zomer is het weer zover.. je ligt nietsvermoedend in bed, al half in slaap, als je ineens naast je hoort: “Shit. Een mug.” Voor sommigen (lees: ondergetekende) een signaal om iets dieper onder de dekens te kruipen zodat de mug niet bij je oor kan komen. Voor anderen een directe ‘call for action’: De Muggenjacht.

De Muggenjacht is niet zomaar iets. Het omvat meer dan de gebruikelijke opgerolde krant en een slaperig oog. Nee, de muggenjacht is een serieuze aangelegenheid, waarbij de jager (manlief) achtereenvolgens het grote licht aan doet, de keukentrap klaarzet, en de elektrische vliegenmepper uit de kast pakt. Klaarwakker speurt hij elke centimeter van de kamer en het plafond af op zoek naar een mug die met mijn blote (slaperige) oog amper te zien is. Wanneer het insect in kwestie gelokaliseerd is, wordt zo stil mogelijk de keukentrap in gereedheid gebracht en niet veel later staat de mug oog in oog met de jager. De laatste voorzien van elektrische vliegenmepper.

Er volgt nog net geen schermutseling, waarna de jager teleurgesteld terugkeert van de trap. Mis. Een nieuwe poging volgt en bovenstaand ritueel herhaalt zich net zolang totdat de mug in kwestie op niet subtiele wijze geelektrocuteerd is. Het muggenlijkje wordt voorzichtig naar de badkamer gebracht en daar zorgvuldig weggespoeld. Die zien we niet meer terug!

Helaas blijft het niet altijd bij 1 mug en het kan dus zomaar voorkomen dat de nachtrust ruw onderbroken wordt door een waar jachritueel, waarbij de ene na de andere mug ‘rucksichtlos’ aan zijn (haar) einde komt. Waarna de jager weer rustig de keukentrap opbergt, de elektrische vliegenmepper in de kast legt, en terug naar bed keert.

Eindelijk! Nu gaan we lekker slapen! Totdat… (je raadt het al)… ik wakker schrik uit een diepe slaap terwijl ik naast me iemand zuchtend hoor zeggen: “Shit.” En het hele ritueel weer van voor af aan begint..

Waarom skiën mensen eigenlijk?

Vandaag heb ik voor de derde keer in mijn leven geskied. De eerste keer was toen ik 22 was en voor het eerst op skivakantie ging. Degenen die mij al lang genoeg kennen, weten hoe dit is afgelopen: ik had meer belangstelling voor uitgaan dan voor skiën en in de zes skidagen die in deze trip waren inbegrepen heb ik er denk ik drie daadwerkelijk op ski’s gestaan. De tweede keer was een aantal jaar geleden toen ik in een vlaag van verstandverbijstering dacht dat het wel een goed idee was om een keer ski’s te huren. Het was slecht weer en de meeste pistes waren toch dicht. Een gelukkige bijkomstigheid was dat de piste die wel open was een oefenweitje inclusief lopende band betrof, waar ik toch zeker drie afdalingen gemaakt heb.

De derde keer was dus vandaag. En ik moet zeggen: ik vraag me echt af waarom er zoveel mensen skiën? En waarom niet meer mensen gaan snowboarden? Ik zal het even uitleggen:

Ten eerste, het materiaal. Denk twee zware, logge schoenen, twee ski’s en jazeker twee stokken. Totaal zes stuks materiaal. De schoenen doe je aan, zodat je in elk restaurant compleet kansloos bent als je naar het toilet moet (want die zijn altijd in de kelder en te bereiken via een lange stenen trap). De ski’s en stokken daarentegen moet je dragen. En dat valt nog niet mee. Eens, ook ik koesterde een romantisch beeld over hoe ik met ski’s op mijn schouder naar de skilift zou paraderen. De realiteit is echter minder rooskleurig. Twee ski’s blijven zelden goed aan mekaar zitten, het vereist een paar spierballen om ze op je schouder te krijgen (waar ze dan dankzij de bindingen zeer ongemakkelijk liggen) en als je ze eenmaal vasthebt kun je onmogelijk nog van koers veranderen zonder onschuldige omstanders pijn te doen. En dan heb ik het nog niet gehad over de stokken die je ook nog mee dient te nemen..

Ten tweede, de activiteit zelf. Twee ski’s betekent namelijk dat elke ski onafhankelijk van de andere kan opereren. In de praktijk betekent dat dat de ski’s over elkaar heen kunnen gaan, of erger nog uit elkaar kunnen gaan zonder dat je daar als gebruiker veel aan kunt doen. Het risico op een gebroken been ligt dan ook constant op de loer. Daar komt nog bij dat elke afdaling een ingewikkeld patroon volgt, waarbij je afwisselend op je rechter- of linkerbeen moet leunen, afhankelijk van welke onderaan is. Dit vereist nogal wat coordinatie. Oh ja en ook hier zit je weer met: twee stokken. Die tijdens een groot deel van de afdaling voor mij als beginnende skiër geen enkel doel lijken te dienen. Nu begrijp ik eindelijk waarom skiërs op een blauw pad altijd met hun stokken tikken als ze me inhalen. Wat moet je er anders mee?! Nauwgezette observatie van andere skiërs leidt me tot de drie belangrijke toepassingen van skistokken: voortduwen van jezelf op een te vlak pad, de weg aanwijzen op een grote gebiedskaart, het voorttrekken van gestrandde snowboarders aan het einde van een pad dat omhoog gaat. Ikzelf heb de stokken vooral gebruikt voor het terugduwen van mezelf uit de berg wanneer ik was vastgelopen…

Kortom, na een middagje skiën kan ik eigenlijk maar één conclusie trekken: te weinig mensen zijn zich bewust van de voordelen van snowboarden. Ik zal ze daarom even opsommen: twee paar lichte boots die ook tijdens de apres-ski heerlijk lopen en dansen, één snowboard dat zich prima onder de arm laat dragen, altijd op hetzelfde been leunen tijdens een afdaling, en geen gedoe met stokken dus je hebt je beide handen vrij om te zwaaien, te wijzen, en jezelf terug te duwen als je bent vastgelopen. Oh ja, en je kunt even lekker gaan zitten als je toevallig moet wachten. En als je vastloopt op een blauw pad? Dan zijn er altijd nog behulpzame skiërs!

Schoenenstress

Jeej! De zomer komt eraan. Ok, officieel is het nog winter, maar toch. De zon schijnt en het is warm genoeg om op het terras te zitten. Dat ik volgende week nog op wintersport ga probeer ik voorlopig maar even te negeren. Want sinds vorige week heb ik de zomer in mijn bol!

En dat biedt perspectief, want schoen-technisch is de lente nu eenmaal het leukste seizoen. Je hoeft niet meer in bergschoenen de sneeuw in of in regenlaarzen door de plassen. Mooi weer betekent meer keus: laarsjes, pumps, sandalen, slippers… Met als grote vraag van elke dag: welke schoenen trek ik aan?

Nu moet ik bekennen dat ik de dag vaak begin met deze vraag. Want de weersomstandigheden in combinatie met de geplande activiteiten scheppen een aantal randvoorwaarden die het gemakkelijker maken om te kiezen uit de 62 paar die tot mijn beschikking staan.

Helaas gaat het desondanks weleens mis. Zo kwam ik ooit op een zakelijke trip naar Brazilië aan op bestemming met drie paar mooie hakken toen bleek dat we een week lang alleen maar open mijnen zouden gaan bezoeken. En voor een presentatie tijdens een paper development workshop moest ik mijn leuke jurkje combineren met een paar (geleende) roze pantoffels, omdat buitenschoenen niet waren toegestaan in de chalet. It’s a tough life…

Maar… oefening baart kunst en na ettelijke jaren oefenen denk ik dat ik de beslissing kan terugbrengen tot drie eenvoudige stappen:

1. Het weertype.

Eigenlijk de voornaamste beperkende factor in de schoenenkeuze. In de winter zijn open muiltjes en slippers nu eenmaal niet erg warm. Bovendien houden ze je voeten niet droog in de sneeuw of regen. Tijdens een mooie zomerdag, daarentegen, zijn die hoge laarzen vaak net iets te warm en eerlijk is eerlijk, combineren ze ook net iets minder leuk met een mooi jurkje. Ik kijk daarom ’s ochtends altijd eerst even op de weerapp om te weten wat voor weer ik kan verwachten.

2. Type dag.

Tenzij je in een onderzoeksomgeving of in de IT werkt (volgens mij kan daar echt alles!), is het verstandig om ook even na te gaan welke afspraken of actviteiten er voor een dag gepland staan. Dagje Efteling? Laat die hakken maar thuis. Belangrijke klantenafspraak? DICHTE schoenen. Oók als het 30C is. Oh ja, en een panty. Het strand? Vooruit, nu kun je eindelijk slippers aan! Wel naar kantoor maar nog lege ruimte in de agenda? Neem dan het zekere voor het onzekere. Niets zo genant als met je ongelakte nagels in sandalen ineens op een afscheidsborrel staan (tenzij je in de IT werkt natuurlijk).

Tip voor als je geen risico wilt nemen: een paar pumps op kantoor laten staan. Een lifesaver als je er in de auto halverwege je werk achter komt dat je je roze gympen nog aan hebt, maar ook naar een promotiecommissie moet!

3. Type schoen.

The moment you’ve all been waiting for

Op basis van het weertype en het type dag, heb ik de beslissing teruggebracht tot 12 hoofdcategorieën. Hierbinnen kun je vervolgens helemaal los gaan! Op een regenachtige koude dag kies je bijvoorbeeld een leuk, net laarsje uit (pas wel op met suède) en op een mooie, warme zomerdag kan je prima in een leuk sandaaltje naar je werk gaan. En als je gaat voetballen? Badslippers 🙂

Timing is everything

Het is weer uitverkoop. Voor sommige mensen het hoogtepunt van het jaar, voor anderen een compleet drama. Zelf voel ik vooral drie emoties: irritatie, verwarring, stress.

Irritatie omdat je in Nederland bijna genaaid bent als je ergens ooit de volle prijs voor betaalt. Ik heb lange tijd in Belgie gewoond en daar is het gewoon duidelijk: twee keer per jaar (januari en juli) is het uitverkoop. Deze begint op de 1e van de maand en gaat door tot de laatste dag van de maand. Sommige winkels proberen daarna nog “ronde prijzen”, maar in de meeste zaken is het in februari, respectievelijk augustus, gewoon voorbij met de solden. Dit in tegenstelling tot Nederland. Er is namelijk altijd wel ergens een uitverkoop gaande, of een andere kortingsactie. Bovendien lijkt dit door te gaan tot in het oneindige, waarbij de rekjes met “troep die niemand wil hebben” gelukkig wel steeds verder naar achteren verdwijnen.

Welk me bij mijn tweede emotie brengt: verwarring. Want uitverkoop maakt echt het ergste in mensen los en ik vraag me toch altijd af: waarom?? Mensen die op de eerste dag van de uitverkoop in drommen staan te wachten bij hun favoriete winkel. Om met korting iets te kopen wat er vermoedelijk al een heel seizoen hangt en wat dus niemand wilde hebben? Voordeel van online shoppen is dat je dit nu in ieder geval anoniem en in pyjama kunt doen!

Maar, eerlijk is eerlijk, ik voel ook stress. Want hoewel ik helemaal niet van uitverkoop hou, voel ik me toch verplicht om in de uitverkoop rekken te kijken en een klein beetje schuldig om enkel iets uit te nieuwe collectie te kopen. En om het geheel nog erger te maken, houd ik in allerlei apps de prijzen van sommige artikelen (categorie “nice to have”) bij tot ze gedaald zijn tot een acceptabel niveau om dan alsnog tot aankoop over te gaan. Hoe irritant is het dan als het artikel nog voordat het geleverd is alweer verder in prijs gedaald is?!

Het is dus een nogal woelige tijd voor mij. Ik hoop dat het snel voorbij is. Zodat ik weer zonder stress en schuldgevoelens de volle mep kan betalen voor iets dat ik niet echt nodig heb!

Gelukkig nieuwjaar!

2018 zit er weer op! Afgelopen maand heb ik weer, samen met de rest van Nederland, succesvol maar liefst 5 feestdagen doorstaan. Sinterklaas, kerstavond, eerste kerstdag, tweede kerstdag en oudejaarsavond. Stuk voor stuk dagen waarop de paniek bij veel mensen toe lijkt te slaan, want stel dat er vanaf morgen nergens meer eten te kopen is?! Al sinds mijn bijbaantje bij Geert Bongers in Nuenen, verbaas ik me over de hoeveelheid eten die mensen in huis halen voor deze dagen en de bezorgdheid dat het niet voldoende zou zijn. Mijn persoonlijke ervaring leert dat het altijd teveel is, want ook feestdagen zijn gewone dagen en zeker als je de hele dag stilzit is er geen echte reden om meer te eten dan gewoonlijk.

Met het eindigen van december is de stress echter pas net begonnen. Het dilemma van de komende dagen: wie moet ik wel of geen gelukkig nieuwjaar wensen en welke manier is passend? Vroeger stond je om 0:01 uur op straat en werden er handen geschud met buren, voorbijgangers en andere vage bekenden. Soms vergezeld van een (te natte) zoen (trauma!). Toen de mobiele telefoons kwamen kon je van de gelegenheid gebruik maken om al je vrienden te bellen, hetgeen enkel voorkomen werd door het feit dat het mobiele netwerk daar niet op berekend was en het soms wel tot 1:00 duurde voordat je iemand aan de lijn kreeg. Met de komst van (mobiel) internet is ook dat probleem opgelost: tegenwoordig kun je prima binnen blijven zitten en per whatsapp grote groepen vrienden en andere contacten een digitale nieuwjaarswens of meme sturen. Net zo makkelijk. Gevolg? Talloze nietszeggende appjes met de tekst “Gelukkig nieuwjaar!”. Voordeel: geschikt voor al je contacten dus makkelijk schaalbaar. Nadeel? Ik voel er zo weinig bij..

Om sneller tot een goede beslissing te kunnen komen, heb ik een beslisboom opgesteld.

Quick sheets - 3

Deze beslisboom geeft helaas geen antwoord op het dilemma wel of niet zoenen. Iedereen kent immers de ongemakkelijke situatie met die ene collega waarbij jij denkt dat er handen geschud gaan worden, terwijl die ander denkt dat er gezoend gaat worden. Om dat te voorkomen neem ik geen enkel risico: tot 8 januari werk ik thuis!

 

Kussentjes

“What are they for?!”

Degenen die ooit de BBC-serie Coupling hebben gevolgd, weten vast wel waar ik het over heb. De cushion-rant van Steve, waarin hij zich afvraagt wat in vredesnaam het doel is van kussentjes (https://youtu.be/Lp0-8Ibkczc). En ik moet zeggen: ik vraag het me ook weleens af.

Op de bank liggen ze immers vaak in de weg en lijken ze zich voornamelijk nuttig te maken in het geval zich een spannende scene op TV voordoet en iemand even iets nodig heeft om in te knijpen. Een kussentje met de tekst “ik vind jou leuk” heeft ook nog het bij-effect dat je het kunt inzetten in allerhande situaties waarbij je iemand anders iets duidelijk wilt maken of gewoon de angel ergens uit wilt halen. Maar afgezien daarvan: geen idee!

In hotels valt het me vaak op dat er veel teveel kussens op je bed liggen. Ok, fair enough, in sommige hotels krijg je in ieder geval nog verschillende kussens zodat je wat te kiezen hebt, maar meestal liggen er zo’n 4-7 kussens op je wachten, for no particular reason.

Dus wat doe je dan? Na aankomst selecteer je het kussen van jouw keuze. Die leg je twee naast elkaar in het bed en de rest gooi je op de grond aan de kant waar je niet loopt, of leg je op het andere nachtkastje. De boodschap lijkt me duidelijk.

Dus wat bezielt overijverige schoonmaaksters om elke dag alle kussens weer terug op mijn bed te leggen?! Sommige schoonmaaksters verdenk ik er gewoon van dat ze het erom doen. Passief, aggressief gedrag dus. Misschien omdat ik te weinig fooi geef? Het gevolg is in elk geval dat ik elke avond weer in de weer ben met de hele set kussens. Het selecteren van de beste twee, het verplaatsen van de rest, … En dat hele circus begint morgen weer van voor af aan. Het lijkt wel Groundhog Day!

Maar vanaf nu ben ik ze te slim af. Ik heb de overbodige kussens namelijk verstopt. In de kast, helemaal achterin. Dat zal ze leren. Ben benieuwd hoe ver de ijverigheid reikt en hoeveel kussens ik morgen aantref in mijn bed, en in mijn kamer!