“All dressed up” voor Albert Heijn

Vandaag ontving ik de nieuwsbrief van één van mijn favoriete online modewinkels. Het thema? Grocery shopping, oftewel: boodschappen doen. Nu heb ik, net zoals de rest van Nederland, weinig uitjes de laatste tijd, dus het onderwerp sprak me al aan. De inhoud van de nieuwsbrief? Outfits die je kunt dragen wanneer je boodschappen gaat doen. En hou je vast, want mensen die bij deze winkel shoppen, doen blijkbaar ander soort boodschappen dan ik. Of in ieder geval op een andere manier.

De eerste van drie inspiratie outfits bestaat uit een witte blouse en muiltjes met hakken. Wattuh? Ja. Een witte blouse en hakken! Blijkbaar zijn er ook supermarkten waar de artikelen spic en span in het rek staan te wachten op een mogelijke koper. Die deze vervolgens gemakkelijk met 1 hand uit het schap kan pakken, zodat ze met de andere hand het karretje kan vasthouden voor extra evenwicht.

Inspiratie nummer 2 bevat gelukkig een paar sneakers, maar daarbij draagt deze mevrouw een leuke lange viscose jurk met een gehaakt vestje. Perfect voor een avondje uit of een picnic, maar ik zie mijzelf nog niet zo naar Albert Heijn gaan. Helemaal niet gezien we allemaal al tijden thuiswerken en ik (en de meeste van mijn collega’s zo te zien) dan niet in een mooie lange jurk achter de laptop zitten. Hetgeen mij doet vermoeden dat de bedenker van deze inspiratie outfit een verkleedpartij veronderstelt voorafgaand aan het boodschappen doen.

Of ben ik nou gek? Een snelle zoektocht op Google (zoekterm: “grocery shopping what to wear”) leert mij dat de aangeraden outfits bestaan uit ‘lounge pants’, een ‘cotton sweatshirt’ of een ‘comfy jeans’. Of een ‘summer dress’ waarbij de auteur wel meteen aanhaalt dat ‘it may seem as an overkill’. MAY?? I think it IS! “Wearing a floral summer dress to your local farmers market to match with the bundles of sunflowers and stacks of gorgeous fresh produce is a great look.” Dat is ongetwijfeld waar. Maar ik heb naast zonnebloemen en verse groenten ook pindakaas, een pak melk en wc-papier op het lijstje staan. Daar gaat de bijpassende outfit. Tenzij ik natuurlijk als mummie verkleed zou gaan..

Aan de andere kant: welke andere gelegenheid is er vandaag de dag om eens een leuk jurkje aan te doen? Misschien moeten we ons massaal uitdossen om naar de supermarkt te gaan. Net als in België, waar je ook niet met krulspelden in het vuil buiten gaat zetten. Zo wordt het grimmige bezoekje aan de supermarkt ook een stuk leuker! Ik zeg het je: de supermarkt wordt de nieuwe ‘watering hole’. Tot 20:00 dan. Want we moeten wel weer op tijd binnen zijn…

Droombaan

Een paar jaar geleden werd ik geconfronteerd met de volgende gewaarwording: met nog ruim 25 werkzame jaren voor de boeg, kan ik met gemak nog een hele nieuwe carrière hebben! Maar ja, bij gebrek aan inspiratie ten aanzien van wat die tweede carrière dan zou moeten zijn, ging het plan in de ijskast en begon ik vlijtig aan een nieuw onderzoeksproject.

Maar sinds eergisteren ben ik eruit! Want de European Space Agency zoekt astronauten. Vier stuks maar liefst en ze zetten dit keer extra in op diversiteit. Meer vrouwen en een speciaal programma voor ‘parastronauten’. Ik ben enthousiast!

De functieomschrijving blijkt me zelfs op het lijf geschreven te zijn. Ten eerste moeten deelnemers jonger dan 50 zijn, zodat ze twee keer op missie kunnen gaan. Check!

Daarnaast lees ik op de website: “You must be flexible and able to cope with frequent travel both within and outside of Europe, and even off Earth.” Als voormalig trouw lid van KLM’s Frequent Flyer programma lijkt ook dit geen enkel probleem.

Tevens geruststellend: “Over-developed muscles may actually be a disadvantage for astronauts living in weightlessness.” Eindelijk een goede reden om minder te sporten 😉

De weekenden in de ruimte klinken me als muziek in de oren: “The crew […] also have free time on the weekends. This is when they might write emails home or talk to their families, watch movies, read books, or play music or games. But the most popular leisure pursuit in space is looking out the window, watching Earth turning below…” Nog nooit was ik zo toe aan een ‘change of scenery’. Uit het raam kijken gaat me overigens prima af ben ik achter gekomen en een email aan mijn gezinsleden schrijven lijkt me ook weleens een welkome afwisseling nu ik ze de hele dag om me heen heb.

Maar dan wordt het tricky: “Astronauts generally wear ordinary clothes such as t-shirts and trousers on the International Space Station. They also wear socks, but no shoes…” Een baan zonder schoenen?? En dat terwijl ik zo’n mooie collectie heb opgebouwd waarvan sommigen zelfs hun vuurdoop nog niet gehad hebben? Dat is wel even slikken… Aan de andere kant zie ik wel een kans: van leuke sokken heb je immers nooit genoeg!

Een ‘match made in heaven’ als je het mij vraagt. Er is echter 1 klein probleempje: kandidaten moeten een Master diploma in een technische discipline hebben + drie jaar werkervaring in dat gebied. Over Technische Bedrijfskunde wordt in alle talen (zelfs Russisch) gezwegen..

Maar niet getreurd: ESA is blijkbaar ook bang dat niet genoeg mensen zich aanmelden, want: “Despite all of the requirements outlined in the vacancy notices, if you are truly motivated and you meet the minimum requirements but you are not sure you fulfil all the asset criteria, you should still apply.

All applications are welcome!

Ik ga vast beginnen aan mijn motivatiebrief 😉

Expeditie Warmte

Mijn man is lid van Expeditie Warmte. Dat klinkt als een avontuurlijk programma waar mensen in een zonnig klimaat kijken wie het langste op één been kan staan met een hap meelwormen in de mond. In werkelijkheid heeft het meer weg van “Help, mijn man is klusser.”

Expeditie warmte is een initiatief van de gemeente, waarbij buurtbewoners worden uitgenodigd om gezamenlijk een oplossing te bedenken voor duurzame, lokale warmtebronnen als vervanging voor gas. Een prachtig initiatief dus, waarin duurzaamheid en ondernemerschap centraal staan. Onderdeel van het project is niet alleen het bedenken van innovatieve oplossingen, maar ook het geschikt maken van de woning. Klinkt goed, toch?

Tot ik me realiseerde dat onze woning vooral ongeschikt is door het gebrek aan isolatie. De afgelopen jaren hebben we al veel stappen gezet (vloerisolatie, spouwmuurisolatie, dubbel glas), maar het kan natuurlijk altijd beter. Dus loopt manlief regelmatig als een havik door het huis, gewapend met isolatieband en een kitspuit, op zoek naar kieren die gedicht moeten worden. Nog even en ik kan er achteraan met ventilatieroosters, want naar mijn argument “een huis moet ook ademen” wordt nauwelijks geluisterd. Sterker nog: in tijden waarin iedereen reikhalzend uitkijkt naar het moment waarop we eindelijk weer op natuurijs kunnen schaatsen, tref ik elke middag een bibberende huisgenoot aan die met veel enthousiasme de meest recente versie van zijn isolatieplan wil delen. De meest recente inzichten duiden erop dat we driedubbele beglazing nodig hebben en 10cm extra dakisolatie. En een elektrisch dekentje, want meneer heeft last van koude voeten.

Ik laat het maar over me heen komen. Blij dat het eindelijk weer eens lekker vriest en we misschien weer eens het ijs op kunnen. Dan draag ik met liefde een extra trui en desnoods sokken in bed. En daarna wacht ik op de lente. Waarin het isolatieplan ongetwijfeld weer plaats gaat maken voor het zonne-energieplan. Versie 3.1.0.1. Gelukkig is mijn man geen klusser en houdt hij ook vooral van plannen maken!

Pashokje

Een van de dingen die ik het meeste mis tijdens de coronacrisis is even lekker onbezorgd de stad in gaan om te shoppen. Het is geen geheim dat een bezoek aan de Bijenkorf voor mij pure ontspanning is en ik ben oprecht blij dat ze nog steeds open zijn.

Maar shoppen in de stad heeft ook iets unheimisch. De drukte, de talloze mensen zonder mondkapje die net te dicht bij je in de buurt zijn, en het oneindige aanbod aan desinfecterende handgel waarmee je bij het binnengaan van elke winkel opnieuw je handen moet insmeren. Net toen ik besloten had om minder online te shoppen, werd online shoppen ineens bijzonder aantrekkelijk. Geen drukte, geen handgels en geen mondkapje. Bovendien gemakkelijk te combineren met online vergaderen.

De afgelopen maanden waren dus een soort walhalla. Ik stond namelijk zo’n beetje continue in mijn pashokje. Een maand of 8. Want waar je normaal gezien een stuk of 6 items uit de winkel meeneemt een paskamer in, moeten deze 6 items vandaag de dag eerst besteld en bezorgd worden. Dit betekent dat de gebruikelijke passessie is verlengd van 15 minuten tot 15 dagen, want niet alle items kunnen gelijk geleverd worden en een andere maat uit het rek pakken duurt nu een dag of drie. Mijn innige band met de bezorgers van PostNL en DHL is de afgelopen maanden dan ook verder versterkt. De band met mijn partner staat daarentegen onder druk. Meneer begrijpt het concept ‘pashokje’ geloof ik niet zo goed.

Afgelopen vrijdag was ik sinds tijden weer eens in de stad. In echte winkels. Met echt personeel. En echte spullen. Die je kan voelen, vasthouden, passen en vergelijken. En dat allemaal in afzienbare tijd. Bovendien veel minder opvallend dan de pakjes en zakjes die via de bezorger bij ons binnen komen. “Ik sta in een pashokje” maakt nu plaats voor “ik steun de lokale middenstand”, een argument dat duidelijk op meer begrip kan rekenen. Instant gratification dus, maar dan anders 😉

FOMO

Ik heb best wel last van FOMO. Het idee dat anderen iets leuks doen en ik er niet bij ben, vind ik soms onverdraaglijk. Zo erg zelfs dat ik tijdens mijn wereldreis, terwijl ik in Chili aan het snowboarden was, toch jaloers was toen ik alle foto’s voorbij zag komen van vriendinnen die tijdens de hittegolf verkoeling zochten op een terrasje. Tsja. Je hebt het nu eenmaal niet altijd voor het zeggen.

Ik had eigenlijk altijd al last van FOMO. Als ik huiswerk moest maken terwijl mijn vrienden iets leuks deden, kon ik me maar moeilijk concentreren. In het dorpscafé waar bij mijn weten werkelijk nooit iets gebeurde, bleef ik toch elke avond stug zitten tot sluitingstijd. Je wist immers maar nooit, maar de gedachte dat het ineens heel leuk zou worden en ik dan thuis zou zijn, was onverdraagbaar. Tijdens mijn studententijd ben ik er een beetje overheen gegroeid, maar helemaal weggegaan is het niet.

Totdat corona kwam. Waar ik voorheen in het weekend nog wel eens baalde dat ik niet uit kon gaan, heb ik nu ineens nergens last van. De reden? Er gebeurt gewoon simpelweg te weinig. Mijn social media wordt niet langer overspoeld met berichten van mensen op exotische locaties of extravagante feestjes. In plaats daarvan lijkt iedereen een pas op de plaats te maken. Verre reizen en spannende vakanties hebben plaatsgemaakt voor… ja voor wat eigenlijk? Online meetings en zoom borrels?! Een weekendje weg in eigen land? Stiekeme feestjes bij iemand thuis met afgeplakte ramen? Het klinkt misschien stom, maar drank waar je teveel voor betaalt, smaakt toch een stuk beter!

Dus ja.. de coronacrisis heeft ook wel een paar voordelen. Zeker nu je in de kroeg moet zitten, afstand moet houden en alles om 22:00 dicht moet, is er van FOMO nog nauwelijks sprake. Saai. Maar wel lekker rustig 😉

Thuis in mijn toga

Zoals de meeste mensen met een kantoorbaan, werk ik sinds half maart zoveel mogelijk thuis. De eerste weken nog met een laptopje voor een rommelige boekenkast, maar inmiddels voorzien van een extra beeldscherm, externe webcam en kastdeurtjes. Ook online wil je immers een bepaalde identiteit neerzetten en niet iedereen hoeft te weten dat ik een sloddervos met rugproblemen ben.

Ook mijn werkgever heeft een online professionaliseringsslag gemaakt. Niet alleen op het vlak van online colleges, maar vooral op het vormgeven van online ceremonies, zoals de promotie plechtigheid. Waar tijdens mijn eerste online promotie een aantal commissieleden nog verloren raakten op weg naar de breakoutroom, zijn we nu een paar maanden en vele ervaringen verder. Concreet betekent dit niet alleen dat we alle commissieleden aan boord kunnen houden, maar ook dat we er alles aan doen om deze formele aangelegenheid zo goed mogelijk vorm te geven. Zo zat ik vanmiddag nog in toga en met baret achter de computer op mijn werkkamertje.

En ik moet zeggen: het voelt toch een beetje raar. Om in je eigen huis je toga aan te doen. En als ik em dan eenmaal aan heb (uiteraard met pantoffels eronder want ik ben immers thuis), houd ik mijn hart vast. Want stel dat er wordt aangebeld en ik moet de deur open doen. Ik probeer het me voor te stellen: de onschuldige pakketbezorger met een pakje van bol.com. De voordeur die open gedaan wordt door iemand in een toga. Compleet met baret. En daaronder pantoffels. Het geeft toch te denken.. Ik kan alleen maar hopen dat de bezorger zich niet afvraagt wat er in dat pakketje zit..

The things we do…

Weer of geen weer, elke dag trekken ze door de straten van onze wijk: kersverse moeders met hun pasgeboren babies. Gestaag duwen ze de kinderwagen voort, al dan niet onderwijl append op hun telefoon. Het heeft bijna iets romantisch: samen met je babietje een lekker wandelingetje maken en op de terugweg boodschapjes doen. Goed voor de ontwikkeling van de kleine longetjes en mama’s figuur. De waarheid achter deze wandelingetjes is echter minder rooskleurig. Dikke kans dat de mama’s die je ziet maar 1 doel voor ogen hebben: slaap voor hun baby en dus een moment van stilte voor henzelf.

Gewapend met een flinke dosis country muziek (een wandeling is in zekere zin namelijk ook een road trip) trek ik er drie keer per dag met de kinderwagen op uit. Boodschappen doe ik vanzelfsprekend niet meer bij de dichtsbijzijnde supermarkt want dan ben ik te snel weer thuis. Nee, in plaats daarvan verzin ik steeds weer een nieuw “doel” met bijpassende wandeling van 1-2,5 uur. Mijn stiefzoon vond het moeilijk te geloven, maar je kunt prima te voet naar de Bijenkorf.

Een ideale wandeling herbergt dan ook een aantal componenten: interessant route (denk water of bomen), minstens 3km lang, en een doel. De beste wandelingen hebben daarnaast ook ongeveer halverwege de route een rustig koffietentje met goede koffie. Trust me, ik kan inmiddels een boekje uitbrengen met “wandelingen voor kersverse mama’s voor elk moment”.

Gelukkig is mijn baby soms ook sneller tevreden. Jasje aan, muts op, handschoenen aan, … en terwijl ik hem instop vallen de oogjes al dicht. Drie rondjes om de eetkamertafel en meneer ligt in een diepe roes te slapen. Kinderwagen in een hoek van kaner en lekker laten liggen want hij heeft toch niet door dat we niet weggaan. Soms leg ik zelfs een paar obstakels op de grond voor een meer natuurlijk effect.

De Truman Show dus. Maar dan gewoon thuis. 😉

Als je geen zin hebt in de yoga-les

Een praktische handleiding voor baby’s vanaf 6 weken

Heeft jouw moeder ook een lesje mama-baby yoga gepland? En heb je er, net als ik, weinig zin in? In deze blog leg ik je uit hoe je hieraan kunt ontsnappen.

Je kunt natuurlijk beginnen met tegenstribbelen als mama je jas aan wil trekken. Helaas is dit vaak niet erg effectief ondat mama groter en sterker is en dus altijd wel een manier vindt om die mouwtjes om jouw armpjes te wurmen. Maar… je kunt deze techniek wel gebruiken om tijd te rekken in de hoop dat mama de bus mist. Helaas zijn veel mama’s hierop voorbereid en leidt deze actie op zijn best tot een verkorte wachttijd bij de bushalte.

Dan volgt de reis naar de yoga locatie. Mama zal hiervoor de kinderwagen nemen (en de bus) of met de auto gaan. In beide gevallen betekent het een ritje waarbij je al snel in slaap zal worden gewiegd. Probeer je hier niet tegen te verzetten, maar maak van de gelegenheid gebruik om energie te verzamelen voor de serieuze verzetsacties die gaan volgen. Je hebt deze energie hard nodig, dus zorg dat je uitgerust bent!

Aangekomen op de yoga-locatie is het tijd voor het echte werk. Wacht hiermee tot de les begonnen is en mama samen met de andere mama’s in een kring zit om liedjes te zingen. Dit is het juiste moment voor actie 1: het veinzen van buikkrampjes. Huil hard en doordringend, zodat mama de yoga-juf niet kan horen en al haar aandacht nodig heeft om jou te sussen. In het begin zal ze nog proberen om de poses met 1 arm mee te doen maar ze zal er snel genoeg achter komen dat dat niet werkt.

Na ongeveer een half uur buikkrampjes kun je overstappen naar het honger-huiltje. Zeker als mama flesjes geeft, ga je haar hiermee wel met wat extra werk (en frustratie) opzadelen. Sommige locaties hebben bijkomend voordeel dat er geen magnetron is dus als mama slecht is voorbereid, vergt dit wel wat extra inspanning voordat er een flesje klaar is. Deze tijd kunnen jullie uiteraard niet aan de yoga besteden.

Heeft mama het na het geven van het flesje nog niet opgegeven of is er tijd over? Dan kun je het beste als genadeslag nog een spuitluier produceren. Hierbij wordt mama niet alleen gedwongen om jouw luier te verschonen ten overstaan van alle andere moeders, ze moet jou ook nog volledig van schone kleertjes voorzien. Helaas was mijn mama goed voorbereid met extra pakjes, maar dat mocht de pret niet drukken.

Na 1 uur konden mama en ik nog 5 minuten met de les meedoen. Dat was wel te overzien. Na afloop ging mama lunchen en heb ik heerlijk geslapen in de kinderwagen. Verzet kost immers veel energie! De yoga-les is voorlopig uit mijn agenda geschrapt 💪😎

Niet opgeven

Gisteren heeft Jaap Stam na 119 dagen de handdoek in de ring gegooid als trainer van Feyenoord. En ik moet zeggen: ik vind wel dat hij snel opgeeft. Ok, het voetbal bij Feyenoord loopt niet echt lekker dit seizoen, maar om nou na 12 wedstrijden ofzo de stekker er al uit te trekken?!

Neem dan een voorbeeld aan onze coach Rob. Sinds 2015 onze vaste coach én trainer. Onbezoldigd. Staat er altijd en is zelfs teleurgesteld als wij de training niet laten doorgaan. Qua intensiteit een rol die vergelijkbaar is met het trainen van een top-team.

Om te beginnen: 21 speelsters. Dames dus. Iedereen die net als ik ooit op een meisjesinternaat gezeten heeft, begrijpt wat ik bedoel. Want in een team met zoveel vrouwen heb je nu eenmaal regelmatig “gedoe”. Ten eerste zijn er de emoties tijdens de training. “De trainer geeft mij minder aandacht dus ik denk dat hij mij niet leuk vindt”. Om eerlijk te zijn denk ik dat dat er weinig mee te maken heeft. Aan de andere kant van het spectrum: “de trainer geeft mij veel aandacht dus ik denk dat hij mij een slechte speelster vindt”. Zo kun je het als trainer dus niet snel goed doen. Toch staat Rob er twee keer per week, met frisse moed en zonder ogenschijnlijke tegenzin. Daar kan Jaap Stam een voorbeeld aan nemen.

En dan zijn er nog de wedstrijden. Verliezen is geen uitzondering en zelfs uitslagen waarbij we met dubbele cijfers verliezen komen elk jaar wel een keer voor. Zelfs als niemand geblesseerd is en alle speelsters fit zijn. Gooit Rob dan de handdoek in de ring? Nee. Is er een gesprek met de club? Nee. Zijn de supporters boos? Zeker niet – die zijn blij dat iemand hun vrouw drie keer per week vermaakt zodat zij lekker hun eigen gang kunnen gaan!

Kortom: ik vind Jaap Stam een beetje een mietje. Wellicht zou het hem helpen om een paar keer bij ons mee te kijken om één en ander in perspectief te plaatsen?

In “verwachting”

Ik verveel me. En niet een beetje: er is geen enkel nieuwsbericht dat aan mijn aandacht ontsnapt en ik check zo vaak de Bijenkorf app dat ik waarschijnlijk beter op de hoogte ben van het voorraadverloop van de webshop dan de Bijenkorf zelf!

Begrijp me niet verkeerd: er is uiteraard zat te doen. In mijn werk zijn er altijd wel papers die geschreven kunnen worden, data die geanalyseerd kunnen worden, artikelen om te lezen en nieuwe ideeën die verder uitgewerkt kunnen worden. Bovendien is er ook in huis nog vanalles te doen, zoals de boekenkast nu eindelijk eens uitzoeken (want waarvoor bewaar je eigenlijk zoveel boeken die je toch nooit meer gaat lezen?), de zolder opruimen, knopen aanzetten, etc. Allemaal dingen die prima binnen het kader “nesteldrang” passen.

Het is dus niet zo dat ik niets te doen heb. De realiteit is echter dat ik vooral ook nergens zin in heb. Dus heb ik tijdens mijn laatste dagen alleen “niets doen” tot een ware kunst verheven. Nou ja, ik doe natuurlijk niet helemaal niets. Ik heb een puzzel gemaakt en zojuist de laatste hand gelegd aan lego-Yoda. Maar daarbuiten doe ik vooral heel weinig. Mijn voornaamste lichamelijke inspanning is een dagelijkse wandeling naar Albert Heijn. Volgens Google maps is dat maar liefst 500m..

Maar bovenal heb ik het druk met “wachten”. Het heet namelijk niet voor niets “in verwachting”. Sinds afgelopen week voelt het ook echt zo. Wetende dat het nu echt elk moment kan gaan gebeuren, voel ik elk pijntje en wordt elk krampje zorgvuldig geanalyseerd met een uitgebreide Google-search. Helaas gebeurt er vooralsnog weinig en blijven we dus “in verwachting”. Toch grappig hoe zo’n uitdrukking ineens betekenis krijgt. Nog even geduld en dan mogen we door naar de “verloskundige”. Het is me nu ook duidelijk waar deze verantwoordelijk voor is. 😉